
01
De muur voorbereiden
Een schone en gladde muur zorgt voor een betere hechting van het behang en voorkomt zichtbare onvolkomenheden.
Stappen:
-
Maak de muur schoon met een vochtige doek om stof te verwijderen.
-
Vul gaten en scheuren op met vulmiddel en schuur lichtjes zodra het droog is.
-
Als de muur erg absorberend is (onbewerkt pleisterwerk, nieuwe muur), breng dan een primer aan of verdun wat behanglijm met water en breng een dunne laag aan om de ondergrond te "voorbereiden".
Tip: Als je geen gladstrijkspatel hebt voor het vulmiddel, gebruik dan een oude stijve bankkaart of een kunststof trekker.
02
De banen meten en snijden
Waarom? Goed op voorhand gesneden banen vergemakkelijken de toepassing en voorkomen fouten.
Stappen:
-
Meet de hoogte van je muur en voeg 5 tot 10 cm extra toe (boven en onder).
-
Breng deze maat over op je rol en snijd de banen met een schaar of een snijmes.
-
Nummer ze discreet op de achterkant als je behang een doorlopend patroon heeft.
Tip: Wil je niet meten met een meetlint? Plaats de rol direct langs de muur en markeer een referentiepunt voordat je snijdt.


03
De lijm aanbrengen
Waarom? In tegenstelling tot traditioneel behang, wordt non-woven behang niet direct geplakt; de muur wordt beplakt.
Stappen:
-
Gebruik een speciale lijm voor non-woven behang.
-
Breng met een verfroller de lijm direct op de muur aan in een strook die iets breder is dan je eerste behangbaan.
-
Gebruik een penseel voor de hoeken en randen.
Tip: Als je geen roller hebt, gebruik dan een keukenspons om de lijm gelijkmatig aan te brengen.
04
De eerste baan aanbrengen
Waarom? Een goede uitlijning vanaf de eerste baan voorkomt verschuivingen over de hele muur.
Stappen:
-
Teken een verticale referentielijn met een waterpas of een loodlijn (of gebruik de rand van een deur als gids).
-
Breng de eerste baan van boven naar beneden aan, laat deze een beetje overlappen aan de boven- en onderkant.
-
Strijk de baan glad met je hand of een droge doek van het midden naar de randen om luchtbellen te verwijderen.
Tip: Als je geen waterpas hebt, download dan een waterpas-app op je smartphone of gebruik een stevig boek om een rechte lijn te trekken.


05
De banen aan elkaar voegen
Waarom? De banen moeten goed op elkaar aansluiten voor een nette afwerking.
Stappen:
-
Plaats de tweede baan rand aan rand zonder overlap.
-
Controleer of de patronen overeenkomen indien nodig.
-
Strijk altijd van het midden naar de randen.
Tip: Als er luchtbellen blijven, til het behang dan voorzichtig op en breng het langzaam weer aan. Forceer niet te veel om scheuren te voorkomen.
06
Snijd het teveel af
Waarom? Een nette afwerking geeft een professionelere uitstraling.
Stappen:
-
Gebruik een scherp mes en een liniaal of spatel om het overtollige aan de boven- en onderkant af te snijden.
-
Veeg de randen af met een droge doek om overtollige lijm te verwijderen.
Tip: Als je geen mes hebt, werken scherpe scharen ook. Breng lichte druk aan met een bankkaart voordat je snijdt om de precieze plek te markeren.


07
Strijken en aanpassen
Waarom? Om luchtbellen te verwijderen en een goede hechting te garanderen.
Stappen
-
Strijk het behang glad: Gebruik je handen, een droge doek of een spatel en werk van het midden naar de randen om het behang goed te laten plakken.
-
Verwijder luchtbellen: Als ze aanhouden, til de baan voorzichtig op en breng deze opnieuw aan door zachtjes te strijken. Voor kleine luchtbellen na het drogen, prik ze door met een fijne naald en strijk ze glad met je vinger.
-
Pas de naden aan: Zorg ervoor dat de banen goed rand aan rand liggen. Als er een opening is, pas deze dan aan voordat de lijm droog is.
Tip: Een bankkaart of een schone spons kan de spatel vervangen om het behang glad te strijken.